Wedstrijd regels

WEDSTRIJDREGELS EN VOORSCHRIFTEN
(CONFORM DE WAF EN NLAB HANDLEIDING)
Opgesteld 2007
INHOUD
HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING TEAMS
ARTIKEL 1 TEAMS BLZ 3
ARTIKEL 2 DE GEWICHTSKLASSEN BLZ 3
ARTIKEL 3 INSCHRIJVING EN WEGING BLZ 3, 4
HOOFDSTUK 2 UITRUSTING EN MATERIALEN.ARTIKEL 4 KLEDING EN DERGELIJKE BLZ 4
ARTIKEL 5 WEDSTRIJDTAFEL. BLZ 4, 5
ARTIKEL 6 MAGNESIUM BLZ 5
ARTIKEL 7 PODIA BLZ 5
ARTIKEL 8 VERHOGINGEN BLZ 5
ARTIKEL 9 STRAPS BLZ 5HOOFDSTUK 3 SCHEIDSRECHTERS
ARTIKEL 10 HOOFD SCHEIDSRECHTER BLZ 6
ARTIKEL 11 HOOFD SCHEIDSRECHTER EN
DE SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING BLZ 6ARTIKEL 12 SCHEIDRECHTER BLZ 6
ARTIKEL 13 HULPSCHEIDRECHTER BLZ 6
ARTIKEL 14 POSITIE SCHEIDSRECHTER BLZ 6
ARTIKEL 15 REFEREES GRIP BLZ 7
ARTIKEL 16 GEBRUIK VAN STRAPS BLZ 7
HOOFDSTUK 4 WEDSTRIJD PROTOCOL
ARTIKEL 17 ALGEMENE WEDSTRIJDREGELS BLZ 8, 9
ARTIKEL 18 WEDSTRIJDREGELS TIJDENS DE OPSTELLING BLZ 9
ARTIKEL 19 FOUTGEVING BIJ EEN WEDSTRIJD BLZ 9
ARTIKEL 20 ONTSTAAN FOUTGEVING BLZ 9ARTIKEL 21 ELLEBOOG FOUT BLZ 10
ARTIKEL 22 SLIP OUT BLZ 10
ARTIKEL 23 WAARSCHUWINGEN BLZ 10
ARTIKEL 24 MANIEREN OM EEN WEDTRIJD TE WINNEN BLZ 10
HOOFDSTUK 5 SUPERMATCH
ARTIKEL 25 DE SUPERMATCH WEDSTRIJD BLZ 11
ARTIKEL 26 DE SUPERMATCH RANKING BLZ 11
ARTIKEL 27 DE SUPERMATCH UITDAGING BLZ 11
HOOFDSTUK 6 PROMOTIEWEDSTRIJDEN BLZ 11
HOOFDSTUK 1
SAMENSTELLING TEAMS
ARTIKEL1
TEAMS
1. Teams zijn samengesteld uit deelnemers van een vereniging.
2. Deelnemers zijn verplicht legitimatie en een bondskaart bij zich te hebben.
3. Het woord teams houd in een groep deelnemers waarin alle deelnemers zijn onderverdeeld in gewichtsklasse, links- en rechtshandig, en beide geslachten zijn vertegenwoordigd.
4. Een team behoort in een teamshirt aan de wedstrijdtafel te verschijnen.
5. Een taemtrofee wordt toegekend op basis van het totaal aantal behaalde punten door alle gewichtsklassen en beide geslachten.
6. Teampunten zijn als volgt:
Eerste = 10punten., Tweede = 7pts., Derde = 5 pts., Vierde = 4pts., Vijfde = 3pts., Zesde = 2pts., zevende = 1pt.
ARTIKEL 2
DE GEWICHTSKLASSEN
Per deelnemer mag men maximaal in 2 gewichtsklassen rechts en twee gewichtsklassen links meestrijden.
Bij voldoende deelnemers (minimaal 2 per klasse) zullen er in de volgende gewichtsklasse gestreden worden:
Masters Linkshandig boven 40 jaar
Dames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)
Heren -85 kg. en 85+ kg.(open gewichtsklasse)
Masters Rechtshandig boven 40 jaar
Dames rechts -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)
Heren rechts -85 kg. en 85+ kg. (open gewichtsklasse)
Jeugd Linkshandig 14 tot 18 jaar in de gewichtsklasse
Meiden -60 kg. en 60+ kg. (open gewichtsklasse)
Jongens -70 kg. en 70+ kg. (open gewichtsklasse)
Jeugd Rechtshandig 14 tot 18 jaar in de gewichtsklasse
Meiden -60 kg. en 60+ kg. (open gewichtsklasse)
Jongens -70 kg. en 70+ kg. (open gewichtsklasse)
Senioren Linkshandig 18 jaar en ouder
Dames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)
Heren -75 kg., -90 kg., en 90+ kg. (open gewichtsklasse)
Senioren Rechtshandig 18 jaar en ouder
Dames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)
Heren -70 kg., -80 kg.,-90 kg. en 90+ kg. (open gewichtsklasse)
ARTIKEL3
INSCHRIJVING EN WEGING
1. De vertegenwoordiger van iedere vereniging dient de lidmaatschapskaarten van de deelnemende leden bij zich te hebben.
2. Een deelnemer mag tijdens de weging alleen worden bijgestaan door de vertegenwoordiger.
3. De weging en inschrijving zal 1 uur voor de wedstrijd begint plaatsvinden en 20 minuten voor aanvang van de wedstrijd sluiten.
4. Alle wegingen worden gedaan op door de bond goedgekeurde weegschalen, er mogen meer dan 1 goedgekeurde weegschalen gebruikt worden.
5. Als een gehandicapte deelnemer prothese(s) heeft en deze tijdens de strijd wilt gebruiken, moet deze meegewogen worden.
6. De deelnemers worden in hun ondergoed gewogen.
7. De weegschaal behoort tot ..,0 aan te geven om in de juiste gewichtsklasse deel te mogen nemen.(dus bij -65 kg klasse mag het gewicht niet meer zijn dan 65,0, enz).
8. Een deelnemer mag in zijn gewichtsklasse en/of in één hogere gewichtsklasse zowel links- als rechtshandig deelnemen.
9. Er zal geen discussie tijdens de weging mogelijk zijn.
10. Bij de indeling van de gewichtsklasse wordt er met een systeem van willekeurige loting gewerkt, waarop absoluut geen uitzonderingen gemaakt worden.
11. Het hoofd van inschrijving en weging houd de eindverantwoording voor de juistheid van weging en identiteit.
HOOFDSTUK 2
UITRUSTING EN MATERIALEN.
ARTIKEL 4
KLEDING EN DERGELIJKE
Bij een verenigingsshirt mogen de mouwen niet over de elleboog heen komen, korte of geen mouwen is dus aangeraden.
1. Het dragen van sportschoeisel is verplicht.
2. Het dragen van een sportbroek, kort of lang is verplicht.
3. Het dragen van het verenigingsshirt is verplicht.
4. De vingernagels dienen kort geknipt te zijn.
5. Armbanden sieraden en bandages zijn niet toegestaan om de strijdende arm. Als men in de strijd een bloedende wond oploopt, moet het bloeden gestopt worden binnen 3 minuten, naar
tevredenheid van de scheidsrechter. Gebruik daarvoor een pleister of verbandje,
wat wel geoorloofd is. Deelnemers mogen wel hun trouwring om hun strijdende
hand laten zitten als de scheidsrechter het goedkeurt.
6. Hoofddeksels met naar voor uitstekende delen zoals kleppen e.d. zijn tijdens de strijd niet toegestaan.
ARTIKEL 5
WEDSTRIJDTAFEL.
1. Tafel: Hoogte staande positie 100cm.
2. Tafel top: 90 cm lang en 65 cm breed.
3. Elleboog kussentjes: Hebben een afmeting van 18x18cm en zijn 5 cm hoog.
Ze zijn gemaakt van een harde ondergrond beplakt met schuimrubber en bedekt met vinyl.
4. Touch Pads: Hebben een afmeting van 30x 5cm en 10 cm hoog.
(Raakkussen) Ze zijn gemaakt van een harde ondergrond beplakt met schuimrubber en bedekt met vinyl.
5. Of Raak-elastiek: Hebben een lengte van 30 cm en worden op 2 steunen van 10 cm
hoog geplaatst. Ze worden van een hoge kwaliteitselastiek gemaakt
6. Plaatsing: Het elleboog kussentje word 5 cm van de tafelrand geplaatst alle 4 de kussentjes zijn ieder bevestigt met 2 bouten van 4cm lang en vallen in
de tafel met voorgeboorde gaten, die met een ijzen huls over
het vinyl en door de tafel heen geplaatst wordt.
Het Raakkussentje of elastiek wordt vanuit het midden van de lengte gemeten, vanuit deze hoogte wordt het geheel 17 cm vanaf de bovenste linkerhoek van het elleboog kussentje geplaatst in een hoek van 45° geplaatst. Alle 4 de kussentjes zijn omzet voor links als rechtshandig, hiervoor moeten de bevestigingsgaten ook contra geboord worden.
CONTRA voor linkshandig
ARTIKEL6
MAGNESIUM
1. Een standaard voor magnesium dient bij de tafel geplaatst te worden (wel buiten het bereik van de deelnemers tijdens de strijd).
2. Het magnesium mag voor de opstelling van de wedstrijd gebruikt worden door de deelnemers.
ARTIKEL 7
PODIA
1. Podia en andere verhogingen dienen veilig voor deelnemers betreden te kunnen worden zonder dat de deelnemers hierbij letsel kunnen oplopen.
2. De toegang tot het podium moet veilig en gemakkelijk te betreden zijn voor elke deelnemer.
3. Podia behoren niet toegankelijk te zijn voor het publiek.
ARTIKEL 8
VERHOGINGEN
1. Verhogingen worden gebruikt door deelnemers die een hoogte nadeel hebben.
2. Verhogingen dienen maximaal 10 cm hoog te zijn.
3. Verhogingen kunnen worden gebruikt in combinatie met plateauzolen om de deelnemer met zijn/haar taille naar de top van de tafel toe te brengen.
4. Verhogingen dienen vast op de ondergrond te liggen door middel van uitsparingen om het frame heen.
5. Verhogingen behoren een ruw bovenvlak te hebben om uitglijden van de deelnemer te voorkomen.
6. Een handvat dient aan de voorkant van de verhoging uitgesneden te zijn voor het verplaatsen van de verhoging te vergemakkelijken.
ARTIKEL 9
STRAPS
Een strap is een band van ± 2,5cm breed ± 100cm lang en mag een metalen of plastic sluiting
hebben. Deze dient goedgekeurd te zijn door de NLAB.
HOOFDSTUK 3
SCHEIDSRECHTERS
ARTIKEL 10
HOOFD SCHEIDSRECHTER
1. Wordt benoemd door het bestuur van de NLAB.
2. Is verantwoordelijk voor het inzetten van de scheidrechter tijdens de wedstrijden.
3. Is verantwoordelijk voor het toezicht houden op de scheidsrechters en tijdens de wedstrijden een rapport te maken van elke deelnemende scheidsrechter.
4. Is verantwoordelijk van het verwijderen van een scheidsrechter in gebreke.
5. Is verantwoordelijk om de NLAB te berichten van een scheidrechter die niet gedisciplineerd is of in ernstige gebreke blijkt te zijn.
6. Is verantwoordelijk erop toe te zien dat alle scheidrechters voldoen aan de kledingsvoorschriften.
7. Is verantwoordelijk om de scheidsrechters op de hoogte te brengen van alle nieuwe (inter)nationale regels.
ARTIKEL 11
HOOFD SCHEIDSRECHTER EN DE SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING
Bij de scheidsrechtersopleiding is de hoofd scheidsrechter:
1. Verantwoordelijk dat de deelnemende scheidsrechters zowel fysiek als mentaal capabel zijn om deze opleiding te volgen.
2. Verantwoordelijk erop toe te zien dat elke vereniging in het bezit is van een opgeleide scheidrechter.
3. Verantwoordelijk voor het bijhouden van alle nieuwe (inter-)nationale regels.
4. De eindverantwoordelijke van de uitslagen van een examen.
ARTIKEL 12
SCHEIDRECHTER
1. Is zelf verantwoordelijk voor het dragen van scheidsrechterkleding. Dit is een wit/zwart gestreept shirt met het NLAB logo op de linker borst. Het shirt heeft een halflange mouw dat ¾ van zijn bovenarm bedekt.
2. Is zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte zijn van de nieuwe regels.
3. Is verantwoordelijk voor een professionele opstelling gedurende de wedstrijd. Hij/zij mag niet partijdig zijn door bv. één van de deelnemers te feliciteren. Hij mag wel beide feliciteren bij een goed gestreden strijd.
4. Een scheidrechter mag scheidsrechteren in een klasse waarin zij zelf niet strijden.
5. De scheidsrechter is er niet om tijdens het opzetten van de handen, kracht te gebruiken of te armworstelen. De scheidsrechter zal licht de handen aanraken en erop toe zien dat de handen en schouder goed opgesteld worden(artikel 18 wedstrijdvoorschriften en regels).Een scheidrechter mag een familielid niet scheidsrechteren.
6. Deelnemers mogen om een andere scheidsrechter vragen bij de hoofdscheidsrechter als deze in gebreke blijkt te zijn.
ARTIKEL 13
HULPSCHEIDRECHTER
1. Is een nog niet gecertificeerde scheidsrechter, maar heeft zich wel al aangemeld bij de vereniging als toekomstige scheidrechter.
2. Is in bepaalde mate op de hoogte van het armworstelregelement.
3 Mag worden ingezet tijdens een door de NLAB georganiseerde wedstrijd als 2de scheidrechter bij en tafel.
ARTIKEL 14
POSITIE SCHEIDSRECHTER
1. Er zullen 2 scheidsrechter per tafel gebruikt worden.
2 De staande scheidrechter is verantwoordelijk voor het verloop van de strijd.
3. De knielende scheidsrechter (of hulpscheidsrechter) zal er op toezien dat de stand van de hand en schouders voor de start goed staan, en na de start op(elleboog) fouten letten en of er een “Pin” (winnaar) is.
4. Als een scheidsrechter eenmaal aan een tafel staat, mag deze niet meer vervangen worden, of er moet sprake zijn van onjuist handelen van de scheidrechter.
ARTIKEL15
REFEREES GRIP
1. De deelnemer krijgt 1 minuut de tijd om de startpositie goed te krijgen, lukt dat niet dan gaat de scheidsrechter over in een “referees grip”.
2. De deelnemers worden met open handpalmen tegen elkaar in het midden van de tafel geplaatst.
3. Polsen moeten recht zijn en de schouders rechtlijnig met de tafel .
4. De vingers en duimen worden in elkaar gesloten, eerst bij de een dan bij de ander.
5. De vingers mogen om voor de duim gesloten worden maar de knokkel van de duim moet zichtbaar blijven.
6. De deelnemer mag zelf geen beweging maken, bij elke beweging zal 1 fout worden gegeven.
ARTIKEL 16
STRAPS
1. Straps worden gebruikt als een welke wedstrijd dan ook eindigt door een slip out welke
niet eindigt in een fout.
2. Een slip out komt voor als beide deelnemers het contact volledig kwijt zijn met elkaar. De scheidsrechter moet zeker van de omstandigheden voorafgaand aan een daadwerkelijke slip out om een fout uit te roepen. Als de scheidsrechter niet zeker weet wie de slip out heeft veroorzaakt of het is ontstaan wegens een fout van beide deelnemers, wordt de strap gebruikt en wordt er geen fout gegeven.
3. Wanneer straps worden gebruikt, zal de scheidsrechter beide deelnemers vragen hun ellebogen op hun eigen elleboog kussens te plaatsen, met de palmen van hun handen tegen elkaar, de vingers gespreid en de duimen omhoog. De andere hand dient het handvat vast te houden. In deze positie kan de strap snel bevestigd worden. De deelnemers mogen vragen de strap losser te maken of te verplaatsen als deze ongemakkelijk zit. De strap mag niet lager dan 2,5 cm onder de polslijn zitten. Na het bevestigen van de strap mogen de deelnemers hun ellebogen in de juiste positie zetten.
4. De strap mag alleen gebruikt worden door de scheidsrechter.
Na het bevestigen van de strap mogen de deelnemers hun ellebogen in de juiste positie zetten.
HOOFDSTUK 4
WEDSTRIJD PROTOCOL
Alle leden van de NLAB moeten bij alle officiële wedstrijden
aan de onderstaande regels te allen tijde kunnen voldoen.
ARTIKEL 17
ALGEMENE WEDSTRIJDREGELS
1. Er wordt met dubbele eliminatie ( double elimination) gestreden, dat houd in dat bij twee keer verliezen de deelnemer uit de strijd ligt.
2. Individuen mogen niet binnen een straal van een 2 meter bij de tafel komen( wel met toestemming van de hoofdscheidsrechter).
2. Er zullen punten bij een vereniging worden afgetrokken na onsportief gedrag tijdens de wedstrijd.
3. Elke deelnemer van een gewichtsklasse zal opgeroepen worden voor deze gewichtsklasse begint. Men wordt geacht tijdens deze gewichtsklasse klaar te staan.
4. De deelnemer wordt door de presentator aan de tafel geroepen.
5. Iedereen die aan de tafel verschijnt schudt de hand van zijn/haar tegenstand(st)er.
6. Elke deelnemer behoort op de hoogte te zijn van de Engelse benamingen en aanwijzingen van de scheidsrechter:
Ready go (startsein) Knuckles (knokkels)
Elbows down (Ellebogen neerzetten) Wrist (pols)
Shoulders (schouders) Stop (stoppen)
Warning (waarschuwing) Winner (winnaar)
Dangerous position (gevaarlijke positie) Referees Grip (Scheidsrechters grip)
Back (terug) Thumb Down (duim naar beneden)
Don’t move (niet bewegen) Center (Midden van de tafel)
Bodycontact
Het woord Shoulder zal men gebruiken bij een gevaarlijk positie.
7. Dopingcontrole is tijdens een wedstrijd toegestaan.
8. De minimum leeftijd om aan een wedstrijd deel te mogen nemen is 14 jaar.
10. Bij wedstrijden wordt er een minimum van twee scheidsrechters bij één tafel verwacht.
12. Wedstrijden mogen rechts- en linkshandig gestreden worden, met senioren, junioren en masters.
13. Elke gewichtsklasse wordt aan één tafel gestreden.
14. In elke gewichtsklasse wordt gestreden totdat er twee deelnemers, één winnaar en één
verliezer, die overblijven in die gewichtsklasse. Daarna volgt de finale.
15. Gestart wordt met de linkshandige wedstrijden, te beginnen bij de lichtste klasse oplopend naar de zwaarste klasse, vervolgens rechtshandig van licht naar zwaar.
16. Bij (inter)nationale wedstrijden wordt er altijd met de dames klasse gestart.
17. Elke gewichtsklasse die op een dag gestart wordt, zal ook die dag moeten worden
uitgestreden.
18. Er wordt in een klasse niet tweemaal tegen dezelfde deelnemer gestreden, tenzij er wordt gestreden voor een eerste, tweede of derde plaats.
19. Er worden geen gewichtsvoordelen gegeven.
20. Alle deelnemers worden voor aanvang van de wedstrijden gewogen.
21. De deelnemers mogen bij het inwegen voor maximaal één hogere gewichtsklasse kiezen om aan deel te nemen.
22. Aan elke deelnemer moet bekend worden gemaakt, voordat deze zich inschrijft in een andere
categorie, dat de opkomst per gewichtsklasse niet veranderd wordt.
23. De uiteindelijke beslissing is te allen tijde aan de scheidsrechter(s).
24. Als een scheidsrechter bij de tafel staat mag hij niet meer vervangen worden tenzij er een
familielid moet strijden.
25. Scheidsrechters mogen de deelnemers alleen aanraken bij het opzetten, als ze een fout maken of als ze de strijd geleverd hebben.
26. Magnesiumpoeder mag gebruikt worden. Ammoniak en reukzout zijn niet op het podium of bij de tafel toegestaan.
27. Er wordt een band (strap)gebruikt na het los slippen, dit gebeurt boven de ‘neutrale’ stand van de tafel. (artikel 16 wedstrijdvoorschriften en regels)
28. Verhoogde schoenen en/of verhogingen mogen gebruikt worden aan de tafel.
29. Sportiviteit is geboden. Het tegenspreken van de scheidsrechter resulteert in een gegeven
fout of in het uitsluiten van deelname aan de wedstrijd.
30. Iedere vorm van uiting van geweld wordt bestraft met uitsluiting van de eerstvolgende 2
competitiewedstrijden, ook als de eerstvolgende wedstrijd in het navolgende seizoen plaatsvindt.
ARTIKEL 18
WEDSTRIJDREGELS TIJDENS DE OPSTELLING.
1. Er wordt te allen tijde gestreden met de duimgrip (thumb grip) en de knokkels (knuckle) van de duimen moeten te zien zijn.
2. De strijdende polsen moeten recht staan voor de start. (straight wrist)
3. De in elkaar gesloten handen moeten in het centrum (center) van de tafel staan.
4. De schouders (shoulders) moeten evenwijdig aan de tafel zijn voor de start.
5. De strijdende elleboog (elbow) moet tijdens de wedstrijd continu in contact staan met het elleboog kussentje (elbow pad).
6. De vrije hand moet tijdens de wedstrijd continu het handvat (the peg) vasthouden.
7. De scheidsrechter moet een gesloten vuist tussen hand en schouder kunnen plaatsen voor de wedstrijd begint.
9. Deelnemers moeten te allen tijde één voet op de grond hebben staan.
10. Deelnemers moeten beide, voor de start, gelijke krachten opbouwen.
11. Deelnemers moeten binnen een minuut hun handen in elkaar hebben gezet.
12. Na 1 minuut worden de handen door de scheidsrechter in elkaar gezet (“referees grip” zie artikel15 wedstrijdvoorschriften en regels).
13. Er mogen geen bewegingen meer gemaakt worden tot de start, nadat de scheidsrechter de handen in elkaar heeft gezet.
14. Deelnemers mogen, als beide akkoord gaan, vóór de minuut om is vragen om een scheidsrechters grip.
15. Het startsignaal van de scheidsrechter moet “ready, go” zijn.
16. Deelnemers mogen de wedstrijd niet opzettelijk uitstellen.
ARTIKEL19
FOUTGEVING BIJ EEN WEDSTRIJD
1 Bij foutief handelen van de deelnemers moeten deze fouten verbaal worden medegedeeld wat leidt tot een foutgeving.
2.. Alle deelnemers moeten bij elke combinatie van twee fouten de wedstrijd verliezen, tenzij de deelnemer in de verliezende positie.
4. Alleen één fout leid tot een verlies als de deelnemer in de verliezende positie is.
5. Na een fout is 30 seconden rust toegestaan.
ARTIKEL 20
ONTSTAAN FOUTGEVING
Fouten worden gegeven als:
1. De deelnemer niet binnen 1 minuut na oproeping aan de tafel verschijnt.
2. De vrije hand niet gedurende de hele wedstrijd in contact staan met het handvat.
3. De elleboog niet gedurende de hele wedstrijd op het kussentje staat.(artikel21 wedstrijdvoorschriften en regels)
4. De deelnemer met zijn schouder voorbij de middellijn gaat.
5. De deelnemer lichaamscontact (bodycontact) maakt met schouder of hoofd.
6. De deelnemer opzettelijk zijn hand in de schouder van zijn tegenstander duwt.
7. Als hij beide voeten van de grond haalt bij een staande wedstrijd.
8. Expres de start van de wedstrijd vertraagt.
9. De deelnemer met opzet een fout creëert of maakt bij zijn tegenstander na de “Go”.
10. De 1e valse start is een waarschuwing, daarna is het een fout.
11. De deelnemer mag zelf geen beweging maken tijdens een “referees grip”, bij elke beweging zal 1 fout worden gegeven. (zie artikel 15 wedstrijdvoorschriften en regels)
ARTIKEL 21
ELLEBOOG FOUT
Een elleboog fout wordt gegeven als de elleboog van de deelnemer het contact verliest met het elleboog kussen. Contactverlies met het kussen wordt beschouwd als de deelnemer:
1. De elleboog verticaal van het kussen tilt, ongeacht op welke wijze, zo lang er ruimte zit tussen het kussen en de elleboog.
2. Zijn elleboog over de rand van het kussen laat glijden.
3. Als, aan het begin of tijdens de wedstrijd, de deelnemers tegelijkertijd de ellebogen van de kussens aftillen, wordt de wedstrijd gestopt en herstart. Hier wordt geen fout voor gegeven en komt zelden voor.
ARTIKEL 22
SLIP OUT
De scheidsrechter beroept zich op een slip out als:
1. de deelnemer zijn vingers van de tegenstanders hand tilt voorafgaand aan een slip
2. de deelnemer zijn vingers sluit om een vuist te maken binnen de hand van de tegenstander
3. de deelnemer zich in een gebroken pols positie bevindt en zijn vingers in de hand van zijn tegenstander houdt waardoor hij zijn grip verliest.
4. Als de deelnemer tijdens de wedstrijd in een verliezende positie een slip out veroorzaakt (meer dan 2/3 vanuit het midden), verliest deze deelnemer de wedstrijd. Iedere opzettelijke slip out is een fout.
5. Straps worden gebruikt als een welke wedstrijd dan ook eindigt door een slip out welke
niet eindigt in een fout. (artikel 16 wedstrijdvoorschriften en regels)
ARTIKEL 23
WAARSCHUWINGEN
De 2e waarschuwing resulteert in een fout.
1. Voor iedere voortijdige beweging van de schouders, arm, hand of vingers wordt een waarschuwing gegeven, behalve als de deelnemers zich in een “referee’s grip” bevinden. Dan wordt deze als fout beschouwd.
2. Als een van de deelnemers het opzetten vertraagt zal de scheidsrechter deze deelnemer een waarschuwing geven.
3. Het loslaten van het handvat resulteert in een waarschuwing zonder de wedstrijd te stoppen. Als een voordeel is behaald voorafgaand aan het opnieuw vasthouden van het handvat, zal de wedstrijd worden gestopt en krijgt deze deelnemer een fout. Als de deelnemer maar één hand of arm heeft, hoeft deze het handvat niet vast te houden.
ARTIKEL 24
MANIEREN OM EEN WEDTRIJD TE WINNEN
1. AANRAKING VAN DE “ PIN-KUSSEN”
De deelnemer moet een gedeelte van de tegenstander zijn pols tot vingertoppen het kussen of elastiek laten raken. Als de deelnemers rechts zijn moet de winnende deelnemer de tegenovergestelde kussen, aan de linkerkant, raken. Bij linkshandige wedstrijden is dit de tegenovergestelde kant.
2. PARALLEL”PIN”
De deelnemer moet een gedeelte van de tegenstander zijn pols tot vingertoppen onder de lijn van het ‘pin kussen’ brengen. Bij een rechtshandige wedstrijd, moet de winnende deelnemer de tegenstander zijn hand beneden de lijn van het linker ‘pin kussen’ brengen, bij linkshandige wedstrijden is dit de tegenovergestelde kant.
3. RESTART
Dede enige uitzondering is als men in het midden van de tafel uitkomt. Dan zal dan opnieuw gestart worden (restart).
HOOFDSTUK 5
HET REGLEMENT VOOR DE SUPERMATCH
ARTIKEL 25:
DE SUPERMATCH WEDSTRIJD
1. De supermatch wordt minimaal 1x per jaar gehouden.
2. De supermatch gaat over 5 wedstrijden. Deze 5 wedstrijden moeten te allen tijde worden afgemaakt.
3. Bij de supermatch zijn 2 scheidsrechters aanwezig. Eén hoofdscheidsrechter en één hulpscheidsrechter.
4. De wedstrijdregels van de NLAB worden gebruikt.
ARTIKEL 26
DE SUPERMATCH RANKING
1. Bij de supermatch wordt uitgegaan van een top 20 voor de rechterarm en een top 10 voor de linkerarm.
2. De top 20 en top 10 worden samengesteld uit de competitiewedstrijd en de promotiewedstrijd-uitslagen. Ook het NK telt natuurlijk mee in de ranking.
3. Over de lijsten kan niet gediscussieerd worden.
4. De beheerder van de supermatch is Robbert Rosdorff .
ARTIKEL 27:
DE SUPERMATCH UITDAGING
1. Als je denkt dat je beter/sterker bent dan iemand die hoger dan jouw op de ranking geplaatst staat kan je hem uitdagen voor een supermatch zodat je hem kan passeren of dichterbij hem kan komen in de ranking.
2. Voor het uitdagen met de supermatch moet je dit verzoek mailen naar ons algemene e-mail adres t.a.v. Robbert Rosdorff.
3. Wanneer een uitdaging is binnengekomen neemt de beheerder per mail contact op met diegene die uitgedaagd is. Als het e-mailadres niet bekend is wordt de uitdaging op het forum geplaatst.
4. In overleg met de 2 armworstelaars wordt de supermatch in het wedstrijdschema ingepland.
5. Je mag een uitdaging weigeren. Bij 3 weigeringen word je uit het klassement gehaald.
HOOFDSTUK 6
DE PROMOTIEWEDSTRIJDEN
1. Promotiewedstrijden zijn alle wedstrijden die door de NLAB worden georganiseerd en die buiten de competitiewedstrijden en het NK om gestreden worden om het armworstelen binnen Nederland te promoten.
2. Deelnemers hoeven geen lid te zijn van één van de verenigingen.
3. Voor promotiewedstrijden kunnen aangepaste regels van toepassing zijn.

WEDSTRIJDREGELS EN VOORSCHRIFTEN(CONFORM DE WAF EN NLAB HANDLEIDING)
Opgesteld 2007
INHOUD
HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING TEAMS ARTIKEL 1 TEAMS BLZ 3ARTIKEL 2 DE GEWICHTSKLASSEN BLZ 3ARTIKEL 3 INSCHRIJVING EN WEGING BLZ 3, 4
HOOFDSTUK 2 UITRUSTING EN MATERIALEN.ARTIKEL 4 KLEDING EN DERGELIJKE BLZ 4ARTIKEL 5 WEDSTRIJDTAFEL. BLZ 4, 5ARTIKEL 6 MAGNESIUM BLZ 5ARTIKEL 7 PODIA BLZ 5ARTIKEL 8 VERHOGINGEN BLZ 5ARTIKEL 9 STRAPS BLZ 5HOOFDSTUK 3 SCHEIDSRECHTERSARTIKEL 10 HOOFD SCHEIDSRECHTER BLZ 6ARTIKEL 11 HOOFD SCHEIDSRECHTER ENDE SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING BLZ 6ARTIKEL 12 SCHEIDRECHTER BLZ 6ARTIKEL 13 HULPSCHEIDRECHTER BLZ 6ARTIKEL 14 POSITIE SCHEIDSRECHTER BLZ 6ARTIKEL 15 REFEREES GRIP BLZ 7ARTIKEL 16 GEBRUIK VAN STRAPS BLZ 7
HOOFDSTUK 4 WEDSTRIJD PROTOCOLARTIKEL 17 ALGEMENE WEDSTRIJDREGELS BLZ 8, 9ARTIKEL 18 WEDSTRIJDREGELS TIJDENS DE OPSTELLING BLZ 9ARTIKEL 19 FOUTGEVING BIJ EEN WEDSTRIJD BLZ 9ARTIKEL 20 ONTSTAAN FOUTGEVING BLZ 9ARTIKEL 21 ELLEBOOG FOUT BLZ 10ARTIKEL 22 SLIP OUT BLZ 10ARTIKEL 23 WAARSCHUWINGEN BLZ 10ARTIKEL 24 MANIEREN OM EEN WEDTRIJD TE WINNEN BLZ 10

HOOFDSTUK 5 SUPERMATCHARTIKEL 25 DE SUPERMATCH WEDSTRIJD BLZ 11ARTIKEL 26 DE SUPERMATCH RANKING BLZ 11ARTIKEL 27 DE SUPERMATCH UITDAGING BLZ 11
HOOFDSTUK 6 PROMOTIEWEDSTRIJDEN BLZ 11
HOOFDSTUK 1SAMENSTELLING TEAMSARTIKEL1TEAMS1. Teams zijn samengesteld uit deelnemers van een vereniging.2. Deelnemers zijn verplicht legitimatie en een bondskaart bij zich te hebben.3. Het woord teams houd in een groep deelnemers waarin alle deelnemers zijn onderverdeeld in gewichtsklasse, links- en rechtshandig, en beide geslachten zijn vertegenwoordigd.4. Een team behoort in een teamshirt aan de wedstrijdtafel te verschijnen.5. Een taemtrofee wordt toegekend op basis van het totaal aantal behaalde punten door alle gewichtsklassen en beide geslachten.6. Teampunten zijn als volgt:Eerste = 10punten., Tweede = 7pts., Derde = 5 pts., Vierde = 4pts., Vijfde = 3pts., Zesde = 2pts., zevende = 1pt.
ARTIKEL 2DE GEWICHTSKLASSENPer deelnemer mag men maximaal in 2 gewichtsklassen rechts en twee gewichtsklassen links meestrijden.Bij voldoende deelnemers (minimaal 2 per klasse) zullen er in de volgende gewichtsklasse gestreden worden:Masters Linkshandig boven 40 jaarDames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)Heren -85 kg. en 85+ kg.(open gewichtsklasse)Masters Rechtshandig boven 40 jaarDames rechts -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)Heren rechts -85 kg. en 85+ kg. (open gewichtsklasse)Jeugd Linkshandig 14 tot 18 jaar in de gewichtsklasseMeiden -60 kg. en 60+ kg. (open gewichtsklasse)Jongens -70 kg. en 70+ kg. (open gewichtsklasse)Jeugd Rechtshandig 14 tot 18 jaar in de gewichtsklasseMeiden -60 kg. en 60+ kg. (open gewichtsklasse)Jongens -70 kg. en 70+ kg. (open gewichtsklasse)Senioren Linkshandig 18 jaar en ouderDames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)Heren -75 kg., -90 kg., en 90+ kg. (open gewichtsklasse)Senioren Rechtshandig 18 jaar en ouderDames -65 kg. en 65+ kg. (open gewichtsklasse)Heren -70 kg., -80 kg.,-90 kg. en 90+ kg. (open gewichtsklasse)
ARTIKEL3INSCHRIJVING EN WEGING1. De vertegenwoordiger van iedere vereniging dient de lidmaatschapskaarten van de deelnemende leden bij zich te hebben.2. Een deelnemer mag tijdens de weging alleen worden bijgestaan door de vertegenwoordiger.3. De weging en inschrijving zal 1 uur voor de wedstrijd begint plaatsvinden en 20 minuten voor aanvang van de wedstrijd sluiten.4. Alle wegingen worden gedaan op door de bond goedgekeurde weegschalen, er mogen meer dan 1 goedgekeurde weegschalen gebruikt worden.5. Als een gehandicapte deelnemer prothese(s) heeft en deze tijdens de strijd wilt gebruiken, moet deze meegewogen worden.6. De deelnemers worden in hun ondergoed gewogen.7. De weegschaal behoort tot ..,0 aan te geven om in de juiste gewichtsklasse deel te mogen nemen.(dus bij -65 kg klasse mag het gewicht niet meer zijn dan 65,0, enz).8. Een deelnemer mag in zijn gewichtsklasse en/of in één hogere gewichtsklasse zowel links- als rechtshandig deelnemen.9. Er zal geen discussie tijdens de weging mogelijk zijn.10. Bij de indeling van de gewichtsklasse wordt er met een systeem van willekeurige loting gewerkt, waarop absoluut geen uitzonderingen gemaakt worden.11. Het hoofd van inschrijving en weging houd de eindverantwoording voor de juistheid van weging en identiteit.

HOOFDSTUK 2UITRUSTING EN MATERIALEN.ARTIKEL 4KLEDING EN DERGELIJKEBij een verenigingsshirt mogen de mouwen niet over de elleboog heen komen, korte of geen mouwen is dus aangeraden.1. Het dragen van sportschoeisel is verplicht.2. Het dragen van een sportbroek, kort of lang is verplicht.3. Het dragen van het verenigingsshirt is verplicht. 4. De vingernagels dienen kort geknipt te zijn.5. Armbanden sieraden en bandages zijn niet toegestaan om de strijdende arm. Als men in de strijd een bloedende wond oploopt, moet het bloeden gestopt worden binnen 3 minuten, naar tevredenheid van de scheidsrechter. Gebruik daarvoor een pleister of verbandje, wat wel geoorloofd is. Deelnemers mogen wel hun trouwring om hun strijdende hand laten zitten als de scheidsrechter het goedkeurt. 6. Hoofddeksels met naar voor uitstekende delen zoals kleppen e.d. zijn tijdens de strijd niet toegestaan.
ARTIKEL 5WEDSTRIJDTAFEL.
1. Tafel: Hoogte staande positie 100cm.2. Tafel top: 90 cm lang en 65 cm breed.3. Elleboog kussentjes: Hebben een afmeting van 18x18cm en zijn 5 cm hoog.Ze zijn gemaakt van een harde ondergrond beplakt met schuimrubber en bedekt met vinyl. 4. Touch Pads: Hebben een afmeting van 30x 5cm en 10 cm hoog.(Raakkussen) Ze zijn gemaakt van een harde ondergrond beplakt met schuimrubber en bedekt met vinyl.5. Of Raak-elastiek: Hebben een lengte van 30 cm en worden op 2 steunen van 10 cm hoog geplaatst. Ze worden van een hoge kwaliteitselastiek gemaakt
6. Plaatsing: Het elleboog kussentje word 5 cm van de tafelrand geplaatst alle 4 de kussentjes zijn ieder bevestigt met 2 bouten van 4cm lang en vallen in de tafel met voorgeboorde gaten, die met een ijzen huls over het vinyl en door de tafel heen geplaatst wordt.Het Raakkussentje of elastiek wordt vanuit het midden van de lengte gemeten, vanuit deze hoogte wordt het geheel 17 cm vanaf de bovenste linkerhoek van het elleboog kussentje geplaatst in een hoek van 45° geplaatst. Alle 4 de kussentjes zijn omzet voor links als rechtshandig, hiervoor moeten de bevestigingsgaten ook contra geboord worden.
CONTRA voor linkshandig

ARTIKEL6 MAGNESIUM1. Een standaard voor magnesium dient bij de tafel geplaatst te worden (wel buiten het bereik van de deelnemers tijdens de strijd).2. Het magnesium mag voor de opstelling van de wedstrijd gebruikt worden door de deelnemers.
ARTIKEL 7PODIA1. Podia en andere verhogingen dienen veilig voor deelnemers betreden te kunnen worden zonder dat de deelnemers hierbij letsel kunnen oplopen.2. De toegang tot het podium moet veilig en gemakkelijk te betreden zijn voor elke deelnemer.3. Podia behoren niet toegankelijk te zijn voor het publiek.
ARTIKEL 8VERHOGINGEN1. Verhogingen worden gebruikt door deelnemers die een hoogte nadeel hebben.2. Verhogingen dienen maximaal 10 cm hoog te zijn.3. Verhogingen kunnen worden gebruikt in combinatie met plateauzolen om de deelnemer met zijn/haar taille naar de top van de tafel toe te brengen.4. Verhogingen dienen vast op de ondergrond te liggen door middel van uitsparingen om het frame heen.5. Verhogingen behoren een ruw bovenvlak te hebben om uitglijden van de deelnemer te voorkomen.6. Een handvat dient aan de voorkant van de verhoging uitgesneden te zijn voor het verplaatsen van de verhoging te vergemakkelijken.
ARTIKEL 9STRAPS Een strap is een band van ± 2,5cm breed ± 100cm lang en mag een metalen of plastic sluitinghebben. Deze dient goedgekeurd te zijn door de NLAB.HOOFDSTUK 3SCHEIDSRECHTERSARTIKEL 10HOOFD SCHEIDSRECHTER1. Wordt benoemd door het bestuur van de NLAB.2. Is verantwoordelijk voor het inzetten van de scheidrechter tijdens de wedstrijden.3. Is verantwoordelijk voor het toezicht houden op de scheidsrechters en tijdens de wedstrijden een rapport te maken van elke deelnemende scheidsrechter.4. Is verantwoordelijk van het verwijderen van een scheidsrechter in gebreke.5. Is verantwoordelijk om de NLAB te berichten van een scheidrechter die niet gedisciplineerd is of in ernstige gebreke blijkt te zijn.6. Is verantwoordelijk erop toe te zien dat alle scheidrechters voldoen aan de kledingsvoorschriften.7. Is verantwoordelijk om de scheidsrechters op de hoogte te brengen van alle nieuwe (inter)nationale regels.
ARTIKEL 11HOOFD SCHEIDSRECHTER EN DE SCHEIDSRECHTERSOPLEIDINGBij de scheidsrechtersopleiding is de hoofd scheidsrechter:1. Verantwoordelijk dat de deelnemende scheidsrechters zowel fysiek als mentaal capabel zijn om deze opleiding te volgen.2. Verantwoordelijk erop toe te zien dat elke vereniging in het bezit is van een opgeleide scheidrechter.3. Verantwoordelijk voor het bijhouden van alle nieuwe (inter-)nationale regels.4. De eindverantwoordelijke van de uitslagen van een examen.
ARTIKEL 12SCHEIDRECHTER 1. Is zelf verantwoordelijk voor het dragen van scheidsrechterkleding. Dit is een wit/zwart gestreept shirt met het NLAB logo op de linker borst. Het shirt heeft een halflange mouw dat ¾ van zijn bovenarm bedekt.2. Is zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte zijn van de nieuwe regels.3. Is verantwoordelijk voor een professionele opstelling gedurende de wedstrijd. Hij/zij mag niet partijdig zijn door bv. één van de deelnemers te feliciteren. Hij mag wel beide feliciteren bij een goed gestreden strijd.4. Een scheidrechter mag scheidsrechteren in een klasse waarin zij zelf niet strijden.5. De scheidsrechter is er niet om tijdens het opzetten van de handen, kracht te gebruiken of te armworstelen. De scheidsrechter zal licht de handen aanraken en erop toe zien dat de handen en schouder goed opgesteld worden(artikel 18 wedstrijdvoorschriften en regels).Een scheidrechter mag een familielid niet scheidsrechteren.6. Deelnemers mogen om een andere scheidsrechter vragen bij de hoofdscheidsrechter als deze in gebreke blijkt te zijn.
ARTIKEL 13HULPSCHEIDRECHTER1. Is een nog niet gecertificeerde scheidsrechter, maar heeft zich wel al aangemeld bij de vereniging als toekomstige scheidrechter.2. Is in bepaalde mate op de hoogte van het armworstelregelement.3 Mag worden ingezet tijdens een door de NLAB georganiseerde wedstrijd als 2de scheidrechter bij en tafel.
ARTIKEL 14POSITIE SCHEIDSRECHTER 1. Er zullen 2 scheidsrechter per tafel gebruikt worden.2 De staande scheidrechter is verantwoordelijk voor het verloop van de strijd.3. De knielende scheidsrechter (of hulpscheidsrechter) zal er op toezien dat de stand van de hand en schouders voor de start goed staan, en na de start op(elleboog) fouten letten en of er een “Pin” (winnaar) is.4. Als een scheidsrechter eenmaal aan een tafel staat, mag deze niet meer vervangen worden, of er moet sprake zijn van onjuist handelen van de scheidrechter.
ARTIKEL15REFEREES GRIP1. De deelnemer krijgt 1 minuut de tijd om de startpositie goed te krijgen, lukt dat niet dan gaat de scheidsrechter over in een “referees grip”.2. De deelnemers worden met open handpalmen tegen elkaar in het midden van de tafel geplaatst.3. Polsen moeten recht zijn en de schouders rechtlijnig met de tafel .4. De vingers en duimen worden in elkaar gesloten, eerst bij de een dan bij de ander.5. De vingers mogen om voor de duim gesloten worden maar de knokkel van de duim moet zichtbaar blijven. 6. De deelnemer mag zelf geen beweging maken, bij elke beweging zal 1 fout worden gegeven.
ARTIKEL 16STRAPS1. Straps worden gebruikt als een welke wedstrijd dan ook eindigt door een slip out welke niet eindigt in een fout. 2. Een slip out komt voor als beide deelnemers het contact volledig kwijt zijn met elkaar. De scheidsrechter moet zeker van de omstandigheden voorafgaand aan een daadwerkelijke slip out om een fout uit te roepen. Als de scheidsrechter niet zeker weet wie de slip out heeft veroorzaakt of het is ontstaan wegens een fout van beide deelnemers, wordt de strap gebruikt en wordt er geen fout gegeven.3. Wanneer straps worden gebruikt, zal de scheidsrechter beide deelnemers vragen hun ellebogen op hun eigen elleboog kussens te plaatsen, met de palmen van hun handen tegen elkaar, de vingers gespreid en de duimen omhoog. De andere hand dient het handvat vast te houden. In deze positie kan de strap snel bevestigd worden. De deelnemers mogen vragen de strap losser te maken of te verplaatsen als deze ongemakkelijk zit. De strap mag niet lager dan 2,5 cm onder de polslijn zitten. Na het bevestigen van de strap mogen de deelnemers hun ellebogen in de juiste positie zetten.4. De strap mag alleen gebruikt worden door de scheidsrechter.Na het bevestigen van de strap mogen de deelnemers hun ellebogen in de juiste positie zetten.

HOOFDSTUK 4WEDSTRIJD PROTOCOLAlle leden van de NLAB moeten bij alle officiële wedstrijden aan de onderstaande regels te allen tijde kunnen voldoen.ARTIKEL 17ALGEMENE WEDSTRIJDREGELS 1. Er wordt met dubbele eliminatie ( double elimination) gestreden, dat houd in dat bij twee keer verliezen de deelnemer uit de strijd ligt.2. Individuen mogen niet binnen een straal van een 2 meter bij de tafel komen( wel met toestemming van de hoofdscheidsrechter).2. Er zullen punten bij een vereniging worden afgetrokken na onsportief gedrag tijdens de wedstrijd.3. Elke deelnemer van een gewichtsklasse zal opgeroepen worden voor deze gewichtsklasse begint. Men wordt geacht tijdens deze gewichtsklasse klaar te staan.4. De deelnemer wordt door de presentator aan de tafel geroepen.5. Iedereen die aan de tafel verschijnt schudt de hand van zijn/haar tegenstand(st)er. 6. Elke deelnemer behoort op de hoogte te zijn van de Engelse benamingen en aanwijzingen van de scheidsrechter: Ready go (startsein) Knuckles (knokkels) Elbows down (Ellebogen neerzetten) Wrist (pols) Shoulders (schouders) Stop (stoppen) Warning (waarschuwing) Winner (winnaar)Dangerous position (gevaarlijke positie) Referees Grip (Scheidsrechters grip)Back (terug) Thumb Down (duim naar beneden)Don’t move (niet bewegen) Center (Midden van de tafel)BodycontactHet woord Shoulder zal men gebruiken bij een gevaarlijk positie.7. Dopingcontrole is tijdens een wedstrijd toegestaan.8. De minimum leeftijd om aan een wedstrijd deel te mogen nemen is 14 jaar.
10. Bij wedstrijden wordt er een minimum van twee scheidsrechters bij één tafel verwacht. 12. Wedstrijden mogen rechts- en linkshandig gestreden worden, met senioren, junioren en masters.13. Elke gewichtsklasse wordt aan één tafel gestreden. 14. In elke gewichtsklasse wordt gestreden totdat er twee deelnemers, één winnaar en één verliezer, die overblijven in die gewichtsklasse. Daarna volgt de finale.15. Gestart wordt met de linkshandige wedstrijden, te beginnen bij de lichtste klasse oplopend naar de zwaarste klasse, vervolgens rechtshandig van licht naar zwaar.16. Bij (inter)nationale wedstrijden wordt er altijd met de dames klasse gestart. 17. Elke gewichtsklasse die op een dag gestart wordt, zal ook die dag moeten worden uitgestreden.18. Er wordt in een klasse niet tweemaal tegen dezelfde deelnemer gestreden, tenzij er wordt gestreden voor een eerste, tweede of derde plaats. 19. Er worden geen gewichtsvoordelen gegeven. 20. Alle deelnemers worden voor aanvang van de wedstrijden gewogen.21. De deelnemers mogen bij het inwegen voor maximaal één hogere gewichtsklasse kiezen om aan deel te nemen.22. Aan elke deelnemer moet bekend worden gemaakt, voordat deze zich inschrijft in een andere categorie, dat de opkomst per gewichtsklasse niet veranderd wordt.23. De uiteindelijke beslissing is te allen tijde aan de scheidsrechter(s). 24. Als een scheidsrechter bij de tafel staat mag hij niet meer vervangen worden tenzij er een familielid moet strijden. 25. Scheidsrechters mogen de deelnemers alleen aanraken bij het opzetten, als ze een fout maken of als ze de strijd geleverd hebben.26. Magnesiumpoeder mag gebruikt worden. Ammoniak en reukzout zijn niet op het podium of bij de tafel toegestaan.27. Er wordt een band (strap)gebruikt na het los slippen, dit gebeurt boven de ‘neutrale’ stand van de tafel. (artikel 16 wedstrijdvoorschriften en regels)28. Verhoogde schoenen en/of verhogingen mogen gebruikt worden aan de tafel.29. Sportiviteit is geboden. Het tegenspreken van de scheidsrechter resulteert in een gegeven fout of in het uitsluiten van deelname aan de wedstrijd. 30. Iedere vorm van uiting van geweld wordt bestraft met uitsluiting van de eerstvolgende 2 competitiewedstrijden, ook als de eerstvolgende wedstrijd in het navolgende seizoen plaatsvindt.
ARTIKEL 18WEDSTRIJDREGELS TIJDENS DE OPSTELLING.1. Er wordt te allen tijde gestreden met de duimgrip (thumb grip) en de knokkels (knuckle) van de duimen moeten te zien zijn. 2. De strijdende polsen moeten recht staan voor de start. (straight wrist)3. De in elkaar gesloten handen moeten in het centrum (center) van de tafel staan.4. De schouders (shoulders) moeten evenwijdig aan de tafel zijn voor de start.5. De strijdende elleboog (elbow) moet tijdens de wedstrijd continu in contact staan met het elleboog kussentje (elbow pad).6. De vrije hand moet tijdens de wedstrijd continu het handvat (the peg) vasthouden. 7. De scheidsrechter moet een gesloten vuist tussen hand en schouder kunnen plaatsen voor de wedstrijd begint.9. Deelnemers moeten te allen tijde één voet op de grond hebben staan. 10. Deelnemers moeten beide, voor de start, gelijke krachten opbouwen. 11. Deelnemers moeten binnen een minuut hun handen in elkaar hebben gezet. 12. Na 1 minuut worden de handen door de scheidsrechter in elkaar gezet (“referees grip” zie artikel15 wedstrijdvoorschriften en regels).13. Er mogen geen bewegingen meer gemaakt worden tot de start, nadat de scheidsrechter de handen in elkaar heeft gezet.14. Deelnemers mogen, als beide akkoord gaan, vóór de minuut om is vragen om een scheidsrechters grip. 15. Het startsignaal van de scheidsrechter moet “ready, go” zijn. 16. Deelnemers mogen de wedstrijd niet opzettelijk uitstellen.
ARTIKEL19FOUTGEVING BIJ EEN WEDSTRIJD1 Bij foutief handelen van de deelnemers moeten deze fouten verbaal worden medegedeeld wat leidt tot een foutgeving. 2.. Alle deelnemers moeten bij elke combinatie van twee fouten de wedstrijd verliezen, tenzij de deelnemer in de verliezende positie.4. Alleen één fout leid tot een verlies als de deelnemer in de verliezende positie is.5. Na een fout is 30 seconden rust toegestaan.
ARTIKEL 20ONTSTAAN FOUTGEVINGFouten worden gegeven als:1. De deelnemer niet binnen 1 minuut na oproeping aan de tafel verschijnt.2. De vrije hand niet gedurende de hele wedstrijd in contact staan met het handvat.3. De elleboog niet gedurende de hele wedstrijd op het kussentje staat.(artikel21 wedstrijdvoorschriften en regels)4. De deelnemer met zijn schouder voorbij de middellijn gaat.5. De deelnemer lichaamscontact (bodycontact) maakt met schouder of hoofd.6. De deelnemer opzettelijk zijn hand in de schouder van zijn tegenstander duwt.7. Als hij beide voeten van de grond haalt bij een staande wedstrijd. 8. Expres de start van de wedstrijd vertraagt.9. De deelnemer met opzet een fout creëert of maakt bij zijn tegenstander na de “Go”.10. De 1e valse start is een waarschuwing, daarna is het een fout.11. De deelnemer mag zelf geen beweging maken tijdens een “referees grip”, bij elke beweging zal 1 fout worden gegeven. (zie artikel 15 wedstrijdvoorschriften en regels)
ARTIKEL 21ELLEBOOG FOUTEen elleboog fout wordt gegeven als de elleboog van de deelnemer het contact verliest met het elleboog kussen. Contactverlies met het kussen wordt beschouwd als de deelnemer:1. De elleboog verticaal van het kussen tilt, ongeacht op welke wijze, zo lang er ruimte zit tussen het kussen en de elleboog. 2. Zijn elleboog over de rand van het kussen laat glijden. 3. Als, aan het begin of tijdens de wedstrijd, de deelnemers tegelijkertijd de ellebogen van de kussens aftillen, wordt de wedstrijd gestopt en herstart. Hier wordt geen fout voor gegeven en komt zelden voor.
ARTIKEL 22SLIP OUTDe scheidsrechter beroept zich op een slip out als:1. de deelnemer zijn vingers van de tegenstanders hand tilt voorafgaand aan een slip2. de deelnemer zijn vingers sluit om een vuist te maken binnen de hand van de tegenstander3. de deelnemer zich in een gebroken pols positie bevindt en zijn vingers in de hand van zijn tegenstander houdt waardoor hij zijn grip verliest.4. Als de deelnemer tijdens de wedstrijd in een verliezende positie een slip out veroorzaakt (meer dan 2/3 vanuit het midden), verliest deze deelnemer de wedstrijd. Iedere opzettelijke slip out is een fout.5. Straps worden gebruikt als een welke wedstrijd dan ook eindigt door een slip out welke niet eindigt in een fout. (artikel 16 wedstrijdvoorschriften en regels)
ARTIKEL 23WAARSCHUWINGENDe 2e waarschuwing resulteert in een fout.1. Voor iedere voortijdige beweging van de schouders, arm, hand of vingers wordt een waarschuwing gegeven, behalve als de deelnemers zich in een “referee’s grip” bevinden. Dan wordt deze als fout beschouwd. 2. Als een van de deelnemers het opzetten vertraagt zal de scheidsrechter deze deelnemer een waarschuwing geven.3. Het loslaten van het handvat resulteert in een waarschuwing zonder de wedstrijd te stoppen. Als een voordeel is behaald voorafgaand aan het opnieuw vasthouden van het handvat, zal de wedstrijd worden gestopt en krijgt deze deelnemer een fout. Als de deelnemer maar één hand of arm heeft, hoeft deze het handvat niet vast te houden.
ARTIKEL 24MANIEREN OM EEN WEDTRIJD TE WINNEN1. AANRAKING VAN DE “ PIN-KUSSEN”De deelnemer moet een gedeelte van de tegenstander zijn pols tot vingertoppen het kussen of elastiek laten raken. Als de deelnemers rechts zijn moet de winnende deelnemer de tegenovergestelde kussen, aan de linkerkant, raken. Bij linkshandige wedstrijden is dit de tegenovergestelde kant.2. PARALLEL”PIN”De deelnemer moet een gedeelte van de tegenstander zijn pols tot vingertoppen onder de lijn van het ‘pin kussen’ brengen. Bij een rechtshandige wedstrijd, moet de winnende deelnemer de tegenstander zijn hand beneden de lijn van het linker ‘pin kussen’ brengen, bij linkshandige wedstrijden is dit de tegenovergestelde kant.3. RESTARTDede enige uitzondering is als men in het midden van de tafel uitkomt. Dan zal dan opnieuw gestart worden (restart).
HOOFDSTUK 5HET REGLEMENT VOOR DE SUPERMATCH
ARTIKEL 25:DE SUPERMATCH WEDSTRIJD1. De supermatch wordt minimaal 1x per jaar gehouden.2. De supermatch gaat over 5 wedstrijden. Deze 5 wedstrijden moeten te allen tijde worden afgemaakt. 3. Bij de supermatch zijn 2 scheidsrechters aanwezig. Eén hoofdscheidsrechter en één hulpscheidsrechter. 4. De wedstrijdregels van de NLAB worden gebruikt. ARTIKEL 26DE SUPERMATCH RANKING1. Bij de supermatch wordt uitgegaan van een top 20 voor de rechterarm en een top 10 voor de linkerarm. 2. De top 20 en top 10 worden samengesteld uit de competitiewedstrijd en de promotiewedstrijd-uitslagen. Ook het NK telt natuurlijk mee in de ranking. 3. Over de lijsten kan niet gediscussieerd worden. 4. De beheerder van de supermatch is Robbert Rosdorff .ARTIKEL 27:DE SUPERMATCH UITDAGING
1. Als je denkt dat je beter/sterker bent dan iemand die hoger dan jouw op de ranking geplaatst staat kan je hem uitdagen voor een supermatch zodat je hem kan passeren of dichterbij hem kan komen in de ranking. 2. Voor het uitdagen met de supermatch moet je dit verzoek mailen naar ons algemene e-mail adres t.a.v. Robbert Rosdorff. . 3. Wanneer een uitdaging is binnengekomen neemt de beheerder per mail contact op met diegene die uitgedaagd is. Als het e-mailadres niet bekend is wordt de uitdaging op het forum geplaatst. 4. In overleg met de 2 armworstelaars wordt de supermatch in het wedstrijdschema ingepland. 5. Je mag een uitdaging weigeren. Bij 3 weigeringen word je uit het klassement gehaald.
HOOFDSTUK 6DE PROMOTIEWEDSTRIJDEN1. Promotiewedstrijden zijn alle wedstrijden die door de NLAB worden georganiseerd en die buiten de competitiewedstrijden en het NK om gestreden worden om het armworstelen binnen Nederland te promoten.2. Deelnemers hoeven geen lid te zijn van één van de verenigingen.3. Voor promotiewedstrijden kunnen aangepaste regels van toepassing zijn.